laatste serieblog: ontwikkelen voor topprestaties
In deze afsluitende blog van een serie halen technisch coördinator van hdm Jeroen Groenheijde en Nathalie de Man van topjeugdsponsor Kern Konsult een aantal zaken aan die van belang zijn als je je wilt ontwikkelen tot hoog niveau; waar letten topcoaches op?
Het belangrijkste doel voor een topsportteam of organisatie met ambitie is het leveren van prestaties. Maar om te kunnen blijven presteren op topniveau is continue ontwikkeling nodig. Het is tenslotte zo dat ‘als je doet wat je altijd al deed, je krijgt wat je altijd al kreeg’.
Telkens beter worden vraagt reflectie op het eigen functioneren en de bereidheid hierin te investeren. Waar sporters heel veel trainen voor een enkele wedstrijd, worden in organisaties doorgaans heel veel ‘wedstrijden gespeeld’ en wordt maar af en toe getraind. Toch zijn er belangrijke overeenkomsten. Ontwikkelen om te komen tot presteren, hoe doen topcoaches dat?
Visie en doelstellingen
Om te kunnen ontwikkelen heb je richting nodig, een beeld van waar je naartoe werkt. Een gedeelde visie en wat je wilt realiseren is het noodzakelijke startpunt voor iedere ontwikkeling. Met een visie maak je duidelijk waar je naartoe wilt. Waar sta je voor, wat wil je uitdragen, hoe wil je dat er gewerkt wordt? Om je visie te concretiseren is het nodig om doelen op verschillende niveaus te formuleren.
Een visie laat zich allereerst vertalen naar doelstellingen voor de hele organisatie. Deze zijn echter vaak nog te abstract voor een team of individu om een richting te kunnen geven aan het eigen handelen en de eigen ontwikkeling. Toch worden deze organisatiedoelen juist door individuen en hun samenwerking gerealiseerd. Het is daarom nodig om te sturen op verschillende niveaus in samenhang en te schakelen tussen doelstellingen voor organisatie, team en individu. Bij de coach ligt telkens de uitdaging om op het juiste niveau te interveniëren.
Plannen en actualiteit
Wanneer de gezamenlijke ambitie, de visie en doelstellingen helder zijn, is het tijd om de situatie te beschouwen. Wat is nodig om de doelstellingen te bereiken en via welke stappen kom je daar? Vanuit het grotere geheel, een meerjarenplan of jaarplan, steeds verder ingezoomd tot een periodeplan of project tot uiteindelijk de losse trainingen of interventies. De opbouw en de subdoelen moeten geformuleerd worden en het grotere plaatje loopt als rode draad door het programma.
Vervolgens is het de kunst om dit plan niet rigide uit te voeren. Met het grote plan in het achterhoofd zoek je aansluiting bij de actualiteit in de praktijk. Wat speelt er nu, welke situaties doen zich voor en hoe vormen die een aangrijpingspunt om de gewenste ontwikkeling te ondersteunen? Dat geldt voor een ontwikkeltraject in het groot, maar ook binnen een enkele training of bijeenkomst. Het vraagt inschattingsvermogen om op het juiste moment een agenda los te laten en een schema om te gooien. En om te kiezen voor een andere oefening of een andere actie als dat beter aansluit.
Tempo van ontwikkelen
Ontwikkelen betekent nieuwe wegen bewandelen. Dat vraagt om inspanning, alert zijn en buiten de comfortzone werken. Bij het bewandelen van nieuwe wegen kun je vaak niet vertrouwen op wat je al kan en hebt. Terwijl voor het leveren van prestaties juist vertrouwen nodig is. Er is dus ook aandacht nodig voor alles wat je juist al kunt, voor de stevige thuisbasis. Want als het accent alleen op vernieuwen ligt, dan gaat dit ten koste van het vertrouwen en de prestaties. Daarmee balanceer je op een dun lijntje: vertrouwen op de basis, consolideren én vernieuwen. Je moet op zoek naar het juiste tempo voor ontwikkeling.
Focus op inhoud en proces
Prestaties en daarmee resultaten komen tot stand door een wisselwerking tussen inhoud en proces. Het formuleren van een doelstelling en beoogd resultaat geeft nog geen houvast voor het handelen. Een wedstrijd of toernooi winnen, goed en effectief beleid voeren, een hoogwaardig product neerzetten: dat zijn mooie ambities, maar geen heldere instructies.
Want hoe win je dan en wat is goed of hoogwaardig?
Het gesprek gaat allereerst over de inhoud. Wat willen we, hoe willen we het? Je zoekt de beste manier, de beste oplossing. Maar alleen inhoud levert nog geen resultaat. De inhoud kan kloppen, maar dat wil nog niet zeggen dat het daarmee ook gerealiseerd is. Je moet zorgen dat er een gedeeld gevoel van urgentie, een gedeelde richting ontstaat. Die goede tactiek moet ook gezamenlijk worden uitgevoerd. Waar de inhoud kan gaan over ‘de beste manier’, gaat het proces over hoe je dat samen doet. Hier gaat het Afrikaanse spreekwoord op: ‘Wil je snel gaan, ga dan alleen; wil je ver gaan, ga dan samen.’
Een topcoach heeft oog voor inhoud én proces en ziet hoe je deze optimaal moet combineren om tot een topresultaat te komen.
De kunst van inspelen en aanpassen
Coaches schakelen constant tussen doelstellingen op verschillende niveaus, tussen planmatig werken en inspringen op actualiteit, ze zoeken het juiste tempo van ontwikkelen en spelen met inhoud en proces. Een goede coach zorgt voor een juiste balans en weet snel te schakelen als deze balans verstoord wordt. Inspelen op de situatie en aanpassingsvermogen zijn de belangrijkste eigenschappen van een coach. Hoe voelt het nu aan, wat moet er anders en hoe doe je dat?! Een kleine aanpassing kan grote gevolgen hebben. Weten aan welke knoppen je kunt draaien en wanneer je dat doet is een ware kunst. Daarbij houdt de topcoach steeds de langetermijndoelen voor ogen en ziet wat op korte termijn mogelijk is. Aanvoelen wat kan en nodig is, kiezen in het moment.
Bekijk alle eerdere blogs uit deze serie met o.a. Tom Pijpers, Nicky Tellier, Lennard Poillot en Mark Halfmouw via deze link